Een technische uitvinding: unitair octrooi aanvragen

De regels over het aanvragen van een Europees octrooi worden al jaren bediscussieerd door de lidstaten van de Europese Unie. Zij zijn al jaren bezig om hier een uniform besluit over te nemen. Vanaf 2017 wordt er daarom waarschijnlijk een nieuwe richting ingeslagen voor het aanvragen van een octrooi. Een octrooi wordt ook wel patent genoemd, en deze kunnen lidstaten aanvragen voor één bepaald land. Het is hierdoor nodig om een unitair octrooi op te stellen. Op deze manier kan bijvoorbeeld een technische uitvinding in meerdere landen in Europa beschermd worden. Voor toekomstige uitvindingen en innovatieve bedrijven bieden deze regels nieuwe mogelijkheden op het gebied van het aanvragen van een patent.

Internationaal, nationaal of regionaal een patent aanvragen

Het is belangrijk om te bepalen op welke plaatsen in de wereld een dergelijke technische uitvinding van een bedrijf winstgevend kan zijn. Op internationaal, nationaal of regionaal niveau? Aan de hand van deze inschatting kan een bedrijf een octrooi aanvragen in heel Europa. Op deze manier kunnen zij dus voorkomen dat mensen uit andere landen met deze uitvinding aan de haal gaan. Een patent aanvragen is echter niet erg gemakkelijk. Het is daarom altijd verstandig om advies te vragen aan een bedrijf dat beschikt over alle kennis op het gebied van het aanvragen van patenten.

Kennis beschermen door octrooi of patent aan te vragen

Kennis beschermen kan door een patent of een octrooi aan te vragen. De termen octrooi en patent hebben exact dezelfde betekenis en zijn van toepassing op een uitvinding die technisch toepasbaar is, welke nieuw is en niet voor de hand liggend is. Wanneer er een patent of octrooi wordt verleend geeft dit het exclusieve recht een beschermde uitvinding te maken, toe te passen, verkopen of op een andere manier te exploiteren. Dit mag gedurende een periode van maximaal 20 jaar. In de tijd dat het patent of octrooi van kracht is, kan de patenthouder derden ervan weerhouden om zonder toestemming de betreffende uitvinding commercieel toe te passen.

Valorisatie: de waarde achter een octrooi of patent in kaart gebracht
Wat is een patent of octrooi uiteindelijk waard? Dit kan in kaart worden gebracht door de commerciële kansen van de technische vinding verder door te ontwikkelen. Pas dan wordt de echte waarde hiervan tastbaar. De term valorisatie verwijst hiermee naar de waarde die kan worden gecreëerd uit de geoctrooieerde technologie. Het is een belangrijke waarde die ook wordt meegenomen tijdens het aanvragen van een octrooi of patent. Wanneer een dergelijk octrooi of patent namelijk geen meerwaarde heeft, is het verschaffen hiervan minder voor de hand liggend.

Nut van een octrooi, rechten en plichten

– vermijden dat een derde hetzelfde deponeert en verbod oplegt het product te vervaardigen;

– mogelijkheid om derden te verbieden het product te vervaardigen;
– mogelijkheid om licenties te verlenen of de rechten over te dragen;
– creativiteit binnen het bedrijf aan te moedigen;
– bescherming van de geïnvesteerde kosten in innovatie;
– bescherming van de marktpositie.

8. Vergelijking nationaal/Europees/PCT

Nationale octrooiaanvragen worden doorgaans ingediend om een eerste depot uit te voeren teneinde de prioriteit voor volgende depots te kunnen inroepen.Hierbij zijn indieningen in landen (zoals bv. België) waar geen onderzoek ten gronde maar slechts een nieuwheidsonderzoek plaatsvindt bijzonder aangewezen, vermits in dergelijke gevallen de kosten beperkt blijven en men de nieuwheid kent voor men kosten maakt voor uitbreidingen.Vervolgens beschikt men voor de meeste landen over de voornoemde prioriteitstermijn van één jaar binnen dewelke nog octrooiaanvragen in andere landen kunnen worden ingediend, zulks met behoud van de oorspronkelijke datum van de eerste aanvraag.Door gebruik te maken van dit recht van voorrang wordt het voordeel geboden de kosten voor bescherming in een groot aantal landen gedurende een bepaalde tijd op te schuiven.Wanneer men bij de uitbreiding van de octrooirechten overweegt om in drie of meer Europese landen die lid zijn van het Europees octrooiverdrag in te dienen, dan wordt bij voorkeur voor een Europese octrooiaanvraag met Octrooien of Patent aanduiding van deze landen gekozen. Vermits de aanvraag van een dergelijk octrooi slechts één verlengingsprocedure kent, zijn de kosten bij aanduiding van drie of meer landen doorgaans geringer dan wanneer octrooien afzonderlijk langs de nationale wegen worden aangevraagd.De internationale octrooiaanvraag brengt supplementaire kosten met zich mee. De kosten voor de regionale en nationale indieningen blijven inderdaad voor de meeste landen hetzelfde als wanneer men direct regionale en nationale indieningen zou hebben uitgevoerd.
Nochtans kan het in een aantal gevallen interessant zijn om gebruik te maken van de internationale aanvraag. Dit is onder andere het geval wanneer men aan het einde van de prioriteitstermijn op een zeer korte termijn toch nog beschermingen wenst aan te vragen in een groot aantal landen. Technisch kan dit meestal moeilijk of niet gerealiseerd worden door nog nationale of regionale indieningen uit te voeren. In dat geval biedt een internationale octrooiaanvraag een noodoplossing, vermits onder andere de noodzakelijke vertalingen naar de landstalen van de betreffende landen naar een latere datum kunnen worden verschoven.De internationale octrooiaanvraag biedt eveneens het voordeel dat een octrooieerbaarheidsadvies kan worden gevraagd en dat de eigenlijke nationale of regionale fasen kunnen uitgesteld worden tot 30 of 31 maanden, waardoor de kosten voor de nationale en/of regionale octrooiaanvragen uitgesteld worden.

9. Talen gebruikt bij een octrooiaanvraag

Bij nationale indieningen moet het depot van de octrooiaanvraag doorgaans geschieden in één van de landstalen van de betreffende staat of dienen binnen een bepaalde termijn vertalingen te worden ingediend.Bij een Europese octrooiaanvraag kunnen drie officiële talen gebruikt worden, namelijk Frans, Engels of Duits. Nadat het octrooi is verleend, moet, enerzijds, een mandataris worden aangesteld. Anderzijds dienen in de meeste van de Europese lidstaten vertalingen van de beschrijving en de conclusies of enkel van de conclusies ingediend te worden.Ook bij de internationale octrooiaanvraag wordt tijdens de procedure gebruik gemaakt van het Frans, Engels ofDuits.

10. Duurtijd van een octrooi

De maximale duurtijd van het octrooi verschilt van land tot land. De duurtijd bedraagt 20 jaar vanaf de indieningsdatum voor:
– België
– Nederland
– Duitsland (voor gebruiksmodellen 10 jaar)
– Frankrijk (voor gebruikscertificaat 6 jaar)
– Europa (ook voor de delen van een Europees octrooi)
– U.S.A.: twintig jaar vanaf de indieningsdatum (octrooien ingediend na 8 juni 1995);

11. Inbreuk

Bij namaak door derden van het voorwerp van een geldig octrooi kunnen deze derden worden vervolgd wegens inbreuk. Hiertoe moet een procedure voor de bevoegde rechtbanken worden ingesteld, namelijk voor de Rechtbank van Koophandel.Octrooien

12. Octrooien als documentatie

Gepubliceerde octrooien vormen een belangrijke bron van documentatie in de technische wereld. Doordat een bedrijf kennis heeft van de gepubliceerde octrooimaterie die zijn sector aanbelangt, kan voorkomen worden dat nutteloos researchwerk wordt uitgevoerd op zaken die reeds lang bekend zijn. Bovendien kan de concurrentie op de voet gevolgd worden, waardoor, enerzijds, een achterstand in het bedrijf kan worden vermeden en, anderzijds, geen dure projecten worden opgestart die achteraf op het verzet van de concurrentie zouden stoten.Door opzoekingen, die door octrooibureaus kunnen worden uitgevoerd, kan een vrijwel onuitputbare bron van documentatie aangelegd worden.Naargelang het doel kunnen verschillende soorten opzoekingen worden onderscheiden:

– opzoekingen onder de naam: deze opzoekingen laten toe alle octrooien te verzamelen die op naam van een uitvinder  en/of aanvrager werden ingediend. Dit kan belangrijk zijn wanneer men inzage wenst in de octrooiportefeuille van welbepaalde octrooihouders.

– opzoekingen tussen de materie: deze opzoekingen laten toe alle octrooien te verzamelen over een welbepaald onderwerp. Door deze opzoekingen kan worden nagegaan welke ontwikkelingen zich in een bepaalde sector manifesteren en kan men eveneens te weten komen welke personen of firma’s in een bepaalde sector actief zijn.

– bewakingen: een bewaking biedt de mogelijkheid op regelmatige tijdstippen, bijvoorbeeld maandelijks, na te gaan, tussen de gepubliceerde octrooischriften, welke octrooiaanvragen of patent registraties werden ingediend, hetzij door een bepaalde

octrooihouder, hetzij met betrekking tot een bepaalde materie.

– familieopzoekingen: door middel van een familieopzoeking kan nagegaan worden of, uitgaande van een bepaald octrooischrift, overeenstemmende octrooiaanvragen werden ingediend in andere landen die de prioriteit van eenzelfde eerste indiening inroepen. Dergelijke opzoekingen laten toe de territoriale reikwijdte van een geoctrooieerd onderwerp te kennen.

Wat is een patent

Een patent, ook wel patent of brevet genoemd, is een uitsluitend en tijdelijk recht van exploitatie dat door de wetgever verleend wordt voor een uitvinding. Hierbij wordt onder uitvinding een technische vinding verstaan die zowel betrekking mag hebben op een inrichting, als op een product, alsnog op een werkwijze voor het uitvoeren of realiseren van technische zaken.

Vereisten voor het beschermen van een uitvinding door middel van een patent

Om beschermbaar te zijn door middel van patent dient een uitvinding aan bepaalde vereisten te voldoen. De vereisten om een geldig en effectief patent te bekomen, zijn van land tot land verschillend en worden bepaald door de aldaar gangbare wetgeving. Nochtans kan gesteld worden dat in de meeste gevallen aan de volgende 4 basisvereisten dient voldaan te worden:

1. De uitvinding moet nieuw zijn, met andere woorden, zij dient betrekking te hebben op een nieuw voorwerp (inrichting, toestel, machine), een nieuwe stof (samenstelling van een product) of een nieuwe werkwijze (bijvoorbeeld fabricatiestappen).
Onder nieuw wordt hierbij verstaan dat de uitvinding niet behoort tot de zogenaamde stand van de techniek, waarbij met de stand van de techniek meestal alles bedoeld wordt wat wereldwijd publiek beschikbaar is op welke wijze dan ook. Voor de meeste staten dient aan deze voorwaarde voldaan te zijn tot op het ogenblik van de indiening van de patentaanvraag.

2. De te beschermen materie dient het resultaat te zijn van uitvinderwerkzaamheid. Dit betekent dat de uitvinding betrekking heeft op materie die niet voor de hand liggend is. Hierbij wordt nog al eens het begrip gehanteerd dat uitsluitend sprake kan zijn van een uitvinding wanneer de betreffende materie niet met de kennis van een middelmatige vakman uit de stand van de techniek kan worden afgeleid.

3. De uitvinding moet vatbaar zijn voor toepassing op het gebied van de nijverheid, waaronder ook de land- en tuinbouw wordt gerekend. Dit mag zeer ruim geïnterpreteerd worden, namelijk dat de uitvinding vatbaar moet zijn om commerciële doeleinden te dienen.

4. De uitvinding mag niet strijdig zijn met de openbare orde of de goede zeden

Materie die wordt uitgesloten van patenten:
– wetenschappelijke theorieën
– wiskundige methoden
– esthetische vormgevingen
–  stelsels, regels en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid, voor spellen of voor de bedrijfsvoering, alsook computerprogramma’s als dusdanig
– methoden voor de behandeling van het menselijk en dierlijk lichaam, alsook werkwijzen om een diagnose te  stellen
– leermethodes
– verkoopsmethodes
– het presenteren van gegevens
– kweekproducten, die onder een afzonderlijke wetgeving vallen
– dierenrassen
– werkwijzen van biologische aard voor het voortbrengen van planten of dieren, met uitzondering van microbiologische werkwijzen en hun voortbrengselen.

Deze beperkingen gelden voor een groot aantal staten. Bovendien dient ermee rekening gehouden te worden dat sommige staten bepaalde technische gebieden van patenteerbaarheid uitsluiten. Zo kunnen in sommige landen bijvoorbeeld geen patenten verkregen worden voor voedingswaren en voor werkwijzen om voedingswaren te vervaardigen, doch wel voor inrichtingen die hiertoe worden aangewend.

Wie kan een Belgisch patent aanvragen?

Iedere natuurlijke of rechtspersoon en iedere vennootschap gelijkgesteld aan een rechtspersoon kan, ongeacht zijn nationaliteit en woonplaats, een Belgisch patent aanvragen. Een patent aanvraag kan door meerdere aanvragers gezamenlijk worden ingediend. Er zijn 4 mogelijke wegen

a. Nationaal
In de meeste landen van de wereld kunnen patenten door middel van een nationale procedure worden aangevraagd. Een beperkt aantal landen voorziet evenwel niet in de mogelijkheid tot patentbescherming. Verder zijn er nog een aantal staten waarbij de verkrijging van een patent door middel van bilaterale verdragen met andere landen wordt bepaald.

b. Regionaal
In bepaalde landen kan patentbescherming verkregen worden via een  regionale procedure. Zulke regionale procedure voorziet erin dat door middel van één enkele indienings- en/of verleningsprocedure patentbescherming voor verscheidene landen kan worden bekomen. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is de Europese patentaanvraag die met slechts één procedure geldt voor meerdere landen (maximaal zelfs 38 landen). Daarnaast bestaat ook nog de mogelijkheid om, enerzijds, voor een aantal Afrikaanse landen en, anderzijds, voor een aantal Aziatische landen een aanvraag door middel van één gemeenschappelijke procedure uit te voeren.

c. Internationaal
De internationale patentaanvraag laat toe dat voor een aantal landen één enkele indieningsprocedure kan worden gevolgd met de mogelijkheid de eigenlijke nationale of regionale fasen uit te stellen voor een welbepaalde periode. Deze aanvraag is mogelijk voor een honderdveertigtal landen die het verdrag ondertekenden tot samenwerking inzake patenten wat kortweg het PCT-verdrag (Patent Cooperation Treaty) wordt genoemd.

d. Inroeping van prioriteit
Bij het aanvragen van patentbescherming in landen die het Verdrag  van Parijs hebben ondertekend, kan binnen het jaar volgend op een eerste indiening een prioriteitsrecht worden ingeroepen voor hierop gebaseerde latere indieningen in andere landen.

Kosten

a. Directe kosten
De directe kosten zijn de kosten die zich voordoen bij de indiening van een patentaanvraag. Zij bestaan hoofdzakelijk uit de kosten van de patentgemachtigde voor het opstellen van de patenttekst met tekeningen en conclusies en de indieningkosten van het depot. De kosten voor een Belgische patentaanvraag die materie behandelt van een doorsnee ingewikkeldheid, bedragen(exclusief BTW):

opstellen van een ontwerp van patentaanvraag met tekeningen en rechtsconclusies € 3.400,-
opstellen van indieningsformulieren en kosten voor het vervullen van de indieningsformaliteiten en het opvolgen van termijnen € 350,-
officiële taksen voor indiening en het aanvragen van het internationaal nieuwheidsonderzoek (afhankelijk van het aantal tekeningen) € 450,-
overmaken van de resultaten van het nieuwheidsonderzoek met summier commentaar
en inlichtingen met betrekking tot het vervolg van de procedure en mogelijke uitbreidingen € 200,-

Bij het indienen van een Europese patentaanvraag, waarbij de prioriteit van een reeds bestaande patentaanvraag wordt ingeroepen, schommelen deze indieningkosten tussen de € 5.000,- en 6.200,- (incl. vertalingskosten).

b. Procedurekosten
In de landen waar, na indiening, de verlening van het patent een louter formele stap is, zijn de procedurekosten doorgaans zeer laag. Bij indiening in landen waarbij wel een onderzoeksprocedure ten gronde wordt uitgevoerd om na te gaan of het patent al dan niet kan worden verleend, dient wel met de procedurekosten rekening te worden gehouden.

c. Instandhoudingtaksen
Om een patentaanvraag in stand te houden gedurende de maximale voorgeschreven termijn is men in de meeste landen jaartaksen verschuldigd. Bij niet-betaling van deze jaartaksen valt het patent in het publiek domein, zodat de uitvinding vrij door iedereen kan worden toegepast.

 

Indien u hieromtrent nog meer informatie wenst of vragen heeft, aarzel dan niet om met ons contact op te nemen. Antwerps Patent- en Merkenbureau M.F.J. Bockstael nv