Door de slechte economie bezuinigen bedrijven op schoonmaakwerk. Dat heeft gevolgen voor de hygiëne.

Kantoren zijn smeriger in moeilijke tijden

De schoonmaakbranche krimpt. De oorzaken liggen volgens branchevereniging OSB voor de hand; doordat steeds meer mensen gaan thuis- of flexwerken, zijn er minder vierkante meters kantoorruimte schoon te maken. Belangrijker nog is de verslechtering van de economie. “Bedrijven zoeken naar bezuinigingen”, zegt Melanie Klerx van OSB. “Ze vragen steeds vaker aan het eigen personeel om zelf kleine schoonmaakklusjes te doen, zoals het legen van de prullenbakken of het afnemen van de bureaus.” “Waar we vijf jaar geleden kantoren nog dagelijks schoonmaakten, zie je de laatste jaren dat we maar drie keer in de week komen of zelfs nog maar één keer”, zegt directeur Rob Alsema van GOM Schoonhouden. “Ervaring uit het verleden leert dat bij economische opleving de schoonmaakfrequentie niet automatisch weer wordt opgeschroefd.”

Omzet schoonmaakbedrijven

De omzet van de schoonmaakbedrijven daalde in het eerste kwartaal van 2012 1,7 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Volgens de meeste bedrijven is de schrale economie de hoofdoorzaak. “Bedrijven hebben steeds minder geld over voor schoonmaakwerk”, zegt ook Marco van Moort van FNV Bondgenoten. “Drie schoonmakers moeten werk opknappen dat vroeger door zes medewerkers werd gedaan. Dan gebeurt het natuurlijk lang niet zo goed. Uiteindelijk wordt alles er viezer van.”

Smerige werkplekken

Dat is te merken op de werkvloer, zo blijkt uit de Scoopshots die lezers voor Metro maakten. “De wc’s zijn keurig schoon, maar als je omhoog kijkt, zit je met je neus in het spinrag”, zegt een medewerker van de Gasvrij Centrale in de Rotterdamse haven. Tussen de snoerenwarboel wordt ook zelden schoongemaakt, getuige de muizenkeutels die er tussen liggen. Daar is overigens niet altijd wat aan te doen. In de NS-kantine bij Amsterdam CS, lopen de muizen ongestoord over de vloer. “Ze komen omhoog door de ondergrondse bouwwerkzaamheden aan de Noord/Zuid-lijn.” Ook de medewerkers zelf zijn vaak onverbeterlijk vies, zegt medewerker Joke van een zorgverzekeraar. “Sommige collega’s pleuren etenswaren in de koelkast en herkennen na een tijdje niet meer wat het was. Ik heb er laatst kipfilet uitgehaald met verloopdatum december 2011.” Ze wil maar zeggen: je kunt schoonmaakwerk nu eenmaal niet aan iedereen overlaten.

Flexwerkplekken hebben extra aandacht nodig

Toch biedt de crisis en vooral het ‘nieuwe werken’ ook kansen, vindt Alsema van GOM. “Die flexwerkplekken moeten soms vier keer per dag worden schoongemaakt door een schoonmaker. Ook is er behoefte aan wat completer gastheerschap. Dus zorgen onze medewerkers ook voor koffie en thee of bedrijfshulpverlening. Schoonmaak is straks nog maar een onderdeel van onze dienstverlening.”